BPM
Vanaf 1950 kreeg de scheepswerf steeds vaker opdrachten van Shell, of liever gezegd van de BPM.
Voor de vele employees in het Caribische gebied die werkzaam waren op de verschillende raffinaderijen, zorgde het bedrijf dat er voldoende mogelijkheden voor recreatie kwamen. Watersport was voor de hand liggend en daarom werden op verschillende werven in Nederland veel jachtjes gebouwd die naar Curaçao en Venezuela verscheept werden. Dat gebeurde ook bij de “De Vlijt”. Behalve zeiljachten, zoals de Sturdy’s en boten van de Pampus klasse, werd ook de motorvlet “Brack” voor de zeilclub op Curaçao gebouwd.
“Brack”
In 1634 veroverde Johan van Walbeek voor de West Indische Compagnie het eiland Curaçao met een vloot van vier schepen. De kleinste was het Jacht van 60 ton met de naam “Brack”. Veel van deze kleine schepen droegen namen die iets met de jacht hadden te maken. De ‘Brack’ werd onder meer gebruikt om vers water naar Willemstad te vervoeren. Waarschijnlijk is de naam Brakkeput, ten noorden van het Spaanse Water, een herinnering aan de plaats waar het water werd omhooggehaald.
Op deze zilveren gedenkpenning uit 1934, gemaakt door J.J. van Goor, is het jacht “Brack” afgebeeld. Nautisch gezien is de voorstag door de beeldsnijder niet helemaal juist weergegeven
Teakhouten vlet
Detail van de originele bouwtekening nr. 61, gedateerd januari 1952. Deze vlet was 7,50 m lang, 2,30 m breed en had een diepgang van 0,60 meter. In de vlet werd een B.M.C. motor geplaatst. De opdrachtgever was de zeilvereniging van BPM Curaçao die Asiento heette.
Oktober 1959, monteur Dirk Waaijman bestuurt de “Brack” tijdens de oplevering
Samen met drie teakhouten Pampussen werd de vlet, die de naam “Brack” kreeg, op 29 oktober 1959 vanuit Amsterdam naar de “West” verscheept.
Bouwgeschiedenis
Op 25 juni 1959 werd door Ton Kok, Wim Stui, Bertus Middelkoop en Jan Kappelhof met de bouw begonnen en op 22 oktober was de motorvlet klaar. De spanten waren van eikenhout evenals de kimkielen. De overnaadse romp was van 16 mm teak, ook de roosters, het roer en de banken waren van teakhout. Het teakhouten stuurwiel was gemaakt bij de firma Koetse in Hoogezand en kostte ƒ 80.
Het originele stuurwiel, gemaakt in Hoogezand bij J. Koetse, inmiddels getekend door wind en weer, is nog altijd aan boord
Zeilmaker Hali leverde de stootrand die van 2,5″ kokostouw was gemaakt en de witte buiskap voor ƒ 216,65. Boven de witte waterlijn werd de vlet blank gelakt, onder de waterlijn werd de boot geverfd met ‘een goede kwaliteit koperverf’. De naam ‘Brack’ werd op de spiegel en op de stuur- en bakboordsteven geschilderd, in goud met een zwarte bies. Op de bakboordsteven kwam bovendien het logo van de vereniging “Asiento”. De kostprijsberekening van deze teakhouten vlet is bewaard gebleven en zag er als volgt uit:
* draaiwerk en smeden ƒ 313; * timmerwerk 2204; * schilderwerk 401; * montage 256; * belasting en lasten 4129; * materialen en motor 9664. Kostprijs ƒ 16.969. Ontvangen ƒ 17.500.
“Brack”, bouwnummer 562, lengte 7,50, met aan het roer Jo van Laar
Curaçao
Steeds weer kwam de vraag naar voren of de “Brack” nog ergens op Curaçao dienst zou doen. Vijftig jaren bleef de vlet uit beeld. Tot mei 2012, toen de heer Paul Deunk deze verrassende foto’s van de ‘Brack’, afgemeerd in de jachthaven van Asiento, opstuurde.
Mei 2012, het werfplaatje zoals Paul Deunk dat in de “Brack” aantrof, boven en onder zoals het eruitzag nadat hij het schoongemaakt had
Er wordt al geen jaren meer mee gevaren, maar binnenkort zal een nieuwe motor worden geplaatst. Wie weet, begint de ruim 50 jaar oude motorvlet dan weer aan een nieuw leven!
Foto’s op Curaçao gemaakt door P. Deunk
Ook van de zeilboten van de Pampus klasses die voor de BPM op het eiland werden gebouwd, is langzamerhand meer bekend geworden, zie op deze website het hoofdstuk over de Pampus, o.a. in Venezuela.
mooie vondst!
De naam “brakke put” is ook te herleiden tot het brakke water van desbetreffende waterput. Op Curaçao komt brak water in waterputten veel voor.
Vriendelijke groeten,
Tony de Haas
Curaçao
Anno 2019 ligt de Sloep Brack er nog steeds alleen nu in een stukje achteraf water van Brakkeput in zeer slechte staat. Aan de achterkant is geen naam meer te bekennen alleen via het plaatse van de werf is hij te herkennen. Jammer, jammer.
Als 10 jarige was ik getuige hoe in 1960 de Brack arriveerde bij onze SOV Asiento.
Wat een prachtige vlet en wat een vakmanschap!! Prachtig die ruitjes waar door je de Ruhaack diesel kon bewonderen en die prachtige houten vlonders.
De eerste jaren lag de Brack in een botenhuis en jaarlijks werd hij voorzien van een nieuwe laag blanke lak. Hierin kwam verandering en werd de vlet wit geschilderd, de witte verf was beter bestand tegen de tropenzon. Menig wedstrijd hebben we gevolgd met de Brack en meerdere omgeslagen Flying Juniors of Sterns naar de haven terug gesleept. Ook wedstrijden op zee volgen deed de Brack moeiteloos, zelfs dwars op de golven liggend voelde de vlet heel vertrouwd/zeewaardig.
Shell vertrok in 1985 van Curacao, de Venezolaanse staatsoliemaatschappij had geen/weinig geld over voor de zeilclub. Vanaf dat moment zette het verval van de zeilclub en de vloot in. In 2014 zijn wij voor de laatste maal op vakantie op Curacao geweest en zagen de Brack in een achteraf plekje nog steeds zonder nieuwe motor liggen. Hartverscheurend!
Van onze prachtige Yngling vloot van 7 schepen waren er nog 2 in varende toestand, de anderen stonden werkeloos en incompleet op de wal in de buurt vd Brack.
Je zou willen dat er iemand opstaat die deze vlet zou terugbrengen naar Nederland om gerestaureerd te worden, ik zou dat initiatief van harte financieel willen steunen.
Geachte heer Roeterink, kunnen wij via email of telefoon eens praten over de Brack. Ik heb een mogelijke oplossing. Mvg. Lars de Brabander