H.W. de Voogt uit Haarlem ontwierp omstreeks 1930 de twee zusterschepen ‘Tadorna’ en ‘Jolu’. De lengte over alles was 11.10 meter en beide “spitsgatters” werden gebouwd op scheepswerf “De Vlijt” van Gebr. H. & J. de Vries in Aalsmeer.
De zeiljachten werden zeer solide gebouwd, de huid was van 25 mm teakhout, het dek van Amerikaans grenenhout met staande nerf. Iedere derde spant was van staal, met daartussen twee gebogen eiken spanten, de z.g. compositiebouw werd dus toegepast. Met het oog op de Zuiderzee, het IJsselmeer ontstond pas in 1932, was de diepgang maar 1.25 meter. De hoge kop, de sterke zeeg met toch nog voldoende vrijboord, de lange kiel en de scherpe achtersteven waren kenmerken van zeewaardigheid. Aan de wind kon in totaal 60 m² zeil worden gevoerd, beide schepen hadden als zeilplan een sloeptuig. De kuip was zelflozend, eronder stond de Universal hulpmotor van 10 pk.
“Jolu II”
Dit zeilschip was bestemd voor H.W. Haighton uit Den Haag, eigenaar van een particulier loterijfonds, de prijs was ƒ 8850,00. Het jacht werd in februari 1931 opgeleverd. Korte tijd later werd ze door dezelfde eigenaar herdoopt in “Johanna Louise”. Verder is over dit schip alleen bekend gebleven dat het in 1976 nog in Amerikaanse wateren zeilde, de eigenaar was toen Daniel F. Hahn, uit Wayne, Pennsylvania. De scheepsnaam was gewijzigd in “Catharina Lucia”. De Amerikaan stuurde een kleurenfoto die in het werfarchief is bewaard.
Catharina Lucia, ex-Jolu, USA, 1976
“Tadorna”, de tweede spitsgatkruiser
Op 2 juli 1930 werd in het kantoor van ontwerper De Voogt door opdrachtgever E.W. Eilbracht en Joh. de Vries het bouwcontract getekend. Eilbracht was eigenaar van onder meer de suikerplantage ‘Somobito’ op Java. Het als sloep getuigde teakhouten zeiljacht zou op De Vlijt worden gebouwd voor ƒ 8330. De naam van het jacht werd “Tadorna”, het is de naam van een bepaald soort eend. Op maandag 14 juli 1930 begonnen de scheepsbouwers Arie Wies, Dirk Verhoef en A. Kraak met de bouw. De “Tadorna” werd in ongeveer 40 weken gebouwd en eind april 1931 werd het schip opgeleverd.
Nieuwe woonhuizen
Juist in deze periode, omstreeks april 1931, werden op het terrein van scheepswerf De Vlijt aan de Oosteinderweg de twee woonhuizen voor de families Henk en Joh. de Vries opgeleverd. De markante woningen waren ontworpen door de Aalsmeerse architect Willem Maarse. Nu, in 2021 zijn beide 90 jaar oud en tegenwoordig in gebruik als hoofdkantoor van Koninklijke De Vries Scheepsbouw.
Oosteinderweg, Aalsmeer,
Tadorna, vervolg
Proefvaart achter de scheepswerf, april 1931
Kostprijs
De kostprijs in guldens werd als volgt samengesteld: loon ƒ 2900, zeilen ƒ 335, tuigage ƒ 400, lood ƒ 845, teakhout ƒ 1500, sanitair ƒ 260, smeedwerk ƒ 100, schroeven en nagels ƒ 100, koperwerk ƒ 100, motor plaatsen ƒ 100. Totaal ƒ 6640. Inclusief verschillende extra’s en de volgboot met kabelaring werd de verkoopprijs uiteindelijk ƒ 9175,85.
Gestrand op het Noordland, 1935
Voor de monding van de Oosterschelde liggen verschillende zandbanken, onder andere één met de naam “Noordland”. Op zaterdag 24 augustus 1935 voer het zeiljacht “Tadorna” met eigenaar Eilbracht als kapitein en drie gasten van Oostende richting Rotterdam. In de avond werden ze door een uitschietende wind overvallen en raakte het schip vast op het Noordland.
Bij de ster de plaats van de stranding
De uitkijk van de kustwacht ontdekte dit en waarschuwde de schipper van de reddingsboot uit Burghsluis. De vier opvarenden van de “Tadorna” waren inmiddels van boord gegaan en in hun jol gestapt. De reddingboot nam de vier mensen aan boord en trok de “Tadorna” van de zandbank, daarna werd koers gezet naar Burghsluis waar om half elf in de avond veilig werd afgemeerd.
Verkocht en buitgemaakt
In oktober 1936, verkocht Eilbracht de “Tadorna” aan de Engelsman E.N. Waugh die besloot met het schip in Nederland te blijven zeilen. Het zeiljacht werd bij Lloyds verzekerd. Kort daarna, in mei 1940 werd Nederland door de Duitse troepen bezet. Op 12 juni 1940 werd de “Tadorna” door de luitenant van de Kriegsmarine, Kirmss, als oorlogsbuit met het volgende bericht in beslaggenomen:
Amsterdam, 22 Juni 1940
Die englische Segelyacht “Tadorna” wird hiermit als Prise für das Deutsche Reich aufgebracht. Sie haben sich jeder Verfügung über das Schiff zu enthalten.
(w.g.) Kirmss Leutnant
Daarna werd de “Tadorna” naar Duitsland overgebracht. Na de oorlog werd er naar het jacht gezocht en uiteindelijk pas in 1947 in Kiel teruggevonden. De Nederlandse sleepboot “Wilja” bracht de “Tadorna” naar een werf in Muiden. Een jaar later werd ze vanuit de Sixhaven in Amsterdam naar Londen gesleept.
Slot
In Engeland werd in 1962 de scheepsnaam veranderd in “Blue Ling”, het registratienummer werd 303908 en de thuishaven Poole. In 2016 was de thuishaven Fareham bij Plymouth waar ze door de tegenwoordige eigenaar werd of wordt (?) gerestaureerd. Het is niet zeker of de ‘Blue Ling’ nog steeds in de vaart is.
Fareham, links van het midden met witte romp de ‘Blue Ling’, ex-‘Tadorna’
Uit de Waterkampioen, januari 1932. De spitsgat ‘Johanna Louise’ ex- ‘Tadorna’