Helling
Op oude schoolplaten is te zien hoe op een scheepswerf vroeger de schepen op de helling stonden. Een tamelijk smalle plank die met smeer een beetje glad was gemaakt liep vanuit het water schuin omhoog. Op bepaalde afstanden werden dwarsbalkjes (keggen) geplaatst, zo werd voorkomen dat het schip weer naar beneden gleed. De boot werd met kabels en katrollen omhoog getrokken, bij kleine bootjes werd dat dikwijls met de hand gedaan.
In Aalsmeer kreeg het smalle pad dat vanaf de Ringvaart naar de Kerkwetering liep de naam: “Helling”. In het begin van de vorige eeuw waren daar twee scheepswerven in bedrijf, namelijk die van Arie van Dam en die van (C.J.W.) Han de Vries. Op beide werven was de karakteristieke helling aanwezig, hieronder de scheepswerf van Han de Vries in 1931.
Rails
Vrij snel komen er ‘sporen’ op de scheepswerven te liggen, hierover konden ijzeren hellingwagens worden getrokken. Het voordeel was dat de boten lager bij de grond bleven en daardoor minder gauw konden omvallen. Tenminste… als de ondergrond niet wegzakte en dat kwam op de zachte veenbodem van Aalsmeer nogal eens voor. Aanvankelijk werden dwarsbalken onder de rails gelegd, pas later werden de hellingen onderheid.
Klaar voor de tewaterlating, het zeiljacht “Friso” in 1938
In 1923 begonnen Henk en Johan de Vries, de oudste zoons van Han, voor zichzelf op hun scheepswerf “De Vlijt” aan de Oosteinderweg in Aalsmeer. Zestig jaar later schreef Henk de Vries er het volgende over: ‘Met de onmisbare hulp van onze vader was alles: de loods, de helling, de rails, de hellingwagen en een kleine lier, op tijd klaar. We konden ons eerste winterbergingsseizoen beginnen… en de loods kwam helemaal vol. Maar wat hebben we gebeuld op die tuingrond, de slechte helling, de lichte rails, de zware wagen met rot wielen, gemaakt bij Breij, de smid.’ In de boekhouding van vader C.J.W. zijn hierover nog enkele posten terug te vinden: Gebr. H. en J. de Vries, oktober 1923. Rails betaald 37,20 stophout en planken coöperatie 66,99. Zes jaar later, in 1929 vermeldde de inventarislijst van De Vlijt het volgende: 1 lier met draad ƒ 40 en 5 hellingwagens met spoorrails ƒ 500, stophout ƒ50
‘Jong geleerd, oud gedaan’, twee jonge De Vries’en omstreeks 1938 bij een simpele kar waarop de boten werden opgehaald, of in het water gelaten
Het stophout was nodig om de boten op de hellingkarren vast te zetten, daar werden ook wel tonnen en kisten voor gebruikt. Als na de tewaterlating de kar weer omhoog werd gehaald, zat deze vaak onder de modder. Met een roeiboot werd het overal ronddrijvende stophout opgevist.
Augustus 1938, de lemsteraak “Schollevaer” voor W. Bruynzeel gaat te water. Het schip is schuin op de kar gezet zodat het zonder schade door de deuropening kan. Veel jonge familieleden verdringen zich om maar niets te missen
Einde
Ruim 94 jaar na het begin van “De Vlijt” worden in 2017 de laatste rails op de werf afgedankt. De scheepshelling in Hal 3 wordt verwijderd en uitgegraven voor de aanleg van Dok III. Rails en karren zijn op de werf voorgoed historie geworden!
2 januari 2017, de laatste helling met lier (linksvoor) in loods 3 met de laatste tewaterlating bij De Vries in Aalsmeer
23 juni 2017, Helling 3 is in een half jaar tijd omgebouwd tot Dok III
Maar wat altijd zal blijven…
Net als deze scheepsbouwers uit 1935, wordt er nadat het schip in het water ligt nog altijd een biertje gedronken op een behouden vaart!