Categorie: Zeiljachten

Op scheepswerf “De Vlijt” in Aalsmeer werden vanaf 1950 steeds vaker jachten voor Amerikaanse rekening gebouwd. Eén daarvan was het 16.80 meter lange stalen motorjacht ‘Gerelbo’.

Na 1960 sloeg de scheepswerf in Aalsmeer een andere richting in. Vanaf die tijd werden er bijna geen houten schepen of zeiljachten meer gemaakt. Bouwnummer 588 was een uitzondering.

Niet alleen voor de Shell in Venezuela, maar ook voor de employees op Curaçao werden omstreeks 1960 verschillende Pampussen gebouwd. In juni 1959 werd met de bouw van zes teakhouten zeiljachten begonnen.

Deze twaalfvoetsjol was vernoemd naar de beroemde Admiraal van de West-Indische Compagnie, Cornelis Cornelisz Jol. Vanwege zijn houten been droeg hij de bijnaam ‘Kapitein Houtebeen’.

Eind september 1941 werden drie Draak zeiljachten op Scheepswerf ‘De Vlijt’ op stapel gezet. Het waren de eerste van de ongeveer zeventien draken die hier tot 1949 werden gebouwd.

De Koninklijke Marine bestelde in 1949 twee Draken zeiljachten voor gebruik in Batavia. Na de Indonesische onafhankelijkheid bleef de Koninklijke Marine nog tot 1954 in Djakarta en gebruikte de Draken voor hun vrije tijdsbesteding.

Volgens de oude werfboeken zijn er op scheepswerf “De Vlijt” twee mahoniehouten zeiljachtjes van het type BM (Bergumermeer) gebouwd.

Waarschijnlijk zijn er tussen 1935 en 1942 op scheepswerf ‘De Vlijt’ ongeveer zeven houten IJselmeerkruisers gebouwd van het type rond- of S spant. De Potvis is daar een van.

In het februarinummer 1986 van “De Drietand”, het blad van de Nederlandsche Vereeniging van Kustzeilers, werd aandacht geschonken aan het schip “Kortjakje”.

Een degelijk, mahoniehouten zeiljacht van 1939. In 2005 had de toen 84-jarige Jaap Berghoef nog mooie herinneringen aan de bouw.